Het afstellen van een derailleur is een nauwkeurig klusje. Met onderstaand stappenplan kan er gelukkig weinig fout gaan. Een goed afgestelde derailleur schakelt niet alleen prettig. Het geeft minder geluid en slijt ook minder snel.
Achterderailleur afstellen
Begin altijd met de achterderailleur, leg de ketting daar op het kleinste tandwiel (er mag geen spanning op de derailleur staan). Vervolgens stel je de derailleur via het H-schroefje zo bij, dat het derailleurwieltje precies onder het kleinste tandwiel staat. Probeer daarna op te schakelen naar een grotere versnelling, lukt dit niet, draai dan het nippeltje net zo lang linksom tot dit wel lukt. Herhaal dit proces tot je bij het grootste tandwiel bent aanbeland. Hier stel je het L-schroefje zo af, dat de ketting niet tussen de cassette en het wiel kan vallen.
Ga nu terugschakelen, wanneer dit niet goed gaat stel je het weer af met het nippeltje.
Voorderailleur afstellen
Leg achter de ketting op het grootste tandwiel en voor op de kleinste. Stel met het L-schroefje de kooi zo bij dat de ketting vrij loopt van de kooi. Schakel nu een versnelling op, lukt dit niet dan is dit bij te stellen via het nippeltje. Herhaal dit proces tot aan het grootste tandwiel. Wanneer dit gelukt is, is het verstandig om de verschillende tandwielen (zowel voor-, als achter) langs te lopen. Schakelt het nog niet zoals je graag wilt, dan kun je het weer bijstellen.
Tip: wanneer je een gebruikte derailleur afstelt, zorg dan eerst dat alles goed schoon is, dit werkt niet alleen prettiger, maar ook het afstellen wordt hier een stuk eenvoudiger door.